Mediteren. Het was een bekend, maar ver-van-mijn-bed begrip. Waarom zou ík gaan mediteren? Het enige moment dat ik stilzat, was voor mijn computerscherm. En dan nog wiebelde er doorgaans een voet of draaide één of ander onbenullig voorwerp rondjes in mijn hand.
Op een gegeven moment -op de rand van een burn-out en met meer stresshormonen dan rode bloedcellen in mijn lijf – overhaalt mijn lief me om thuis een kleine meditatiesessie te houden. Ik kan niet anders dan onnozel grinniken en in de weg lopen terwijl zij alles klaarzet. Zelfs het sfeervolle, geurige altaartje overtuigt me niet en ik zit alles behalve stil op het geïmproviseerde hoopje kussens.
Met de eerste zangerige muziektonen komt een schaterlach. Hoe zitten we er dan ook bij! Een bozige blik legt me het zwijgen op. Voor even, want geen twee minuten later begint het langs alle kanten te kriebelen. Krabje hier, krabje daar. Vijf minuten, veel gewemel en nog twee niesbuien later geef ik het op. Hier word ik niet rustig van. Zenuwachtig wel.
Drie maanden later moét ik het wel rustiger aan doen: ik kan niets meer. Mijn opgebrande lijf dwingt me tot slapen en op de bank hangen. De zenuwen hebben plaats gemaakt voor een verdoofde apathie. Misschien het moment om het nog eens te proberen met dat mediteren? Ik open mijn geest en vergezel -met lichte tegenzin- mijn lief naar een mindfulness bijeenkomst.
Het kopje thee vooraf smaakt naar gezelligheid en de wijze gastheer brengt ons naar bewustere oorden met de boeddhistische beginselen. Even later maken de boeiende verhalen plaats voor stilte en lichte muziek. De meditatiekussens worden er bij gehaald en de vrouwen zetten zich moeiteloos in een ontspannen kleermakerszit. Ik kijk wat onwennig om me heen, maar zie niemand grinniken. Integendeel, iedereen zit supergeconcentreerd en met gesloten ogen in zichzelf gekeerd. Ik onderdruk mijn vervelende neigingen.
De sessie duurt best lang. Ik beleef een kantelmoment: als ik hier dan toch zit te niksen, kan ik even goed proberen. Kijken hoe het voelt om me naar binnen te keren. Gek genoeg werkt het, ik daal stilaan af naar een aangenaam gevoel van rust. Mijn lichaam ontspant mee en ik ga op in de zachte rust van de ruimte. Met het abrupte einde van de muziek komt een onverwacht ontwaken. Ik was me duidelijk niet bewust van mijn ontspannen toestand. En dat is toch net de bedoeling, niet? Het is even aanpassen op de terugweg naar de realiteit en dan voel ik me fris.
Geïnspireerd beleef ik de rest van de bijeenkomst en ik trek vol inzichten en goede moed naar huis. Niet dat het plots allemaal van een leien dakje gaat, maar deze mooie momenten van pure ontspanning creëren openingen in mijn hoofd vol chaos. Ze werpen kleine lichtstralen op de donkerte en het herstel lijkt ingezet en voelbaar. Ik lijk me beter te kunnen concentreren bij de dagelijkse bezigheden en hier en daar borrelen zowaar creatieve ideeën op. De kleine irritaties nemen af en het algemene gevoel van rust neemt toe. Er komt ruimte voor energie. Ik leer weer genieten, met mondjesmaat. Een bewustere vorm van genieten, die ik nog niet echt had ervaren. Aaaah…
Ik mediteer wanneer en hoe ik er zin in heb, in een voor mij comfortabele houding. Mediteren is geen sport. Gedachten komen en ze gaan ook weer. Ik hou hoe langer minder vast. En ik besef wat ik al wist, maar niet echt begreep: mediteren draait niet om een leeg hoofd, maar om een vrij hoofd. Vrij om te denken, te redeneren, te falen, te herinneren en om weer los te laten. Vrij om te zijn, stress of niet. Hoewel, die stress, laat die maar buiten huppelen en schreeuwen. Hij komt er niet meer in.
Wendy
Ga jij ook aan de slag? Hier vind je een paar complexloze meditatietips: http://spiritueel.com/begeleiding/6-tips-voor-effectief-mediteren of probeer het echte werk in onze lessen!